Wet inkomstenbelasting 2001 art. 8.11 ( tekst 2015)
8.11 Arbeidskorting
Arbeidskorting 1 De arbeidskorting geldt voor de belastingplichtige die arbeidsinkomen geniet. 2 De arbeidskorting bedraagt:
  • a. 1,810% van het arbeidsinkomen met een maximum van € 163, vermeerderd met:
  • b. 19,679% van het arbeidsinkomen voor zover dat meer bedraagt dan € 9.010, waarbij de som van de bedragen berekend op de voet van de onderdelen a en b niet meer bedraagt dan € 2.220, en verminderd, doch niet verder dan tot € 184, met:
  • c. 4 % van het arbeidsinkomen voor zover dat meer bedraagt dan € 49.770.
Ingeval het arbeidsinkomen niet meer bedraagt dan € 49.770, bedraagt de arbeidskorting ten minste de volgens artikel 22a van de Wet op de loonbelasting 1964 toegekende arbeidskorting, maar maximaal het in de eerste volzin, onderdeel b, als tweede vermelde bedrag.